Met de inwerkingtreding van de WAB per 1 januari 2020 veranderen diverse zaken die invloed kunnen hebben op de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld voor de ketenregeling en de transitievergoeding. Hoe kunnen werkgevers anticiperen op deze verandering?

Verruiming ketenregeling

De ketenregeling is een wettelijke regeling die bepaalt hoeveel tijdelijke arbeidscontracten en voor welk termijn, er maximaal achter elkaar gesloten kunnen worden voordat er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat. Onder de WAB wordt de ketenregeling weer verruimd naar drie jaar, wat tot 31 december 2019 nog twee jaar is. Dit betekent voor werknemers dat bij het overschrijden van de termijn van drie jaar, een werknemer recht heeft op een contract voor onbepaalde tijd. Werkgevers kunnen op deze verandering inspelen, aangezien per 1 januari 2020 deze verruimede ketenregeling direct ingaat. Contracten die eindigen op of na 1 januari 2020 vallen dus onder de nieuwe, verruimde, ketenregeling van drie jaar.

Bijvoorbeeld, als een werknemer twee bepaalde tijdscontracten heeft gehad, bijvoorbeeld van zeven maanden en aansluitend een contract voor een jaar, welk contract afloopt op bijvoorbeeld 31 oktober 2019, dan kan de werkgever nogmaals per 1 november 2019 een jaarcontract aanbieden, zonder dat er tijdens de looptijd van het contract een contract voor onbepaalde tijd ontstaat. Het contract eindigt na 1 januari 2020 en de werknemer heeft op het moment dat het contract eindigt totaal 2 jaar en 7 maanden voor de werkgever gewerkt. Bij verlenging van het contract (vierde contract) dient uiteraard wel een contract voor onbepaalde tijd te worden gegeven.

Transitievergoeding

De gewijzigde wetgeving omtrent het recht op een transitievergoeding verandert direct per 1 januari 2020. De transitievergoeding omvat een financiële vergoeding bij ontslag. Een werknemer die op of na die datum uitdienst treedt, omdat – bijvoorbeeld – de werkgever het contract niet verlengt, heeft dan recht op een transitievergoeding. De wijziging onder de WAB houdt namelijk in dat het recht op de transitievergoeding vanaf de eerste werkdag ontstaat, als beëindiging van het contract op initiatief van de werkgever plaatsvindt.

Werkgevers kunnen op bovengenoemde wijziging anticiperen door af te wegen of zij een contract verlengen of niet en eventueel tot wanneer zij het contract dan verlengen. Als een ontslag in de proeftijd plaatsvindt voor 1 januari 2020 of een tijdelijk contract loopt af voor 1 januari 2020 en er wordt in die situatie niet aan de (verdere) voorwaarden van de transitievergoeding voldaan, zoals de termijn van 2 jaar, dan hoeft een werkgever dus geen transitievergoeding te betalen.

Bijvoorbeeld, een werkgever neemt op 8 december 2019 een werknemer aan met een bepaalde tijdscontract voor één jaar, met de proeftijd van één maand. Als een werkgever twijfelt over de werknemer en de werknemer tijdens de proeftijd wil ontslaan en dit aan het einde van de proeftijd doet, bijvoorbeeld op 5 januari 2020, dan is de werkgever een transitievergoeding verschuldigd over de dagen die de werknemer werkzaam is geweest.

Werkgevers kunnen dus nu al anticiperen op de WAB. Heeft u meer vragen over de wijzigingen omtrent de WAB? Neem dan contact op met wab@werkis.nl of bel naar 06‑11903880.